donderdag 26 februari 2015

Begrafenis

Op zaterdag 21 februari stierf de vader van onze buurvrouw. Omdat ze ons hier als familie beschouwen, werden wij ook uitgenodigd om afscheid te nemen van Julius Alfred Tjon Affon.

De man zou begraven worden in zijn thuisstad Nieuw-Nickerie. Het was de bedoeling dat we om 10 uur in het lijkenhuis zouden zijn voor een laatste groet, maar we geraakten er niet op tijd. Het busje waarmee we naar Nieuw-Nickerie gingen, had pech. We stonden twee uren aan de zijkant van de weg. Een deel familieleden sprong ons te hulp en zo konden we verder rijden naar het huis van de overledene.

Onze autobus in panne.
Om 14 uur verzamelden familie, vrienden en kennissen bij het huis van Julius Alfred. Daar stonden stoelen aan weerskanten van de carport. Even later arriveerde de lijkwagen met de kist. Deze werd in het midden geplaatst. Vrienden en familie gingen één voor één een laatste groet brengen bij de open kist. Dit deden ze door hun hand boven het hoofd van de overledene te houden en in stilte een kort gebed te bidden.
Terwijl er nog familieleden en vrienden toekwamen, werd er een interview afgespeeld op een televisie. Hier zagen we Julius die vol enthousiasme de vragen van de journalist beantwoordde. Jammer genoeg konden we er niet veel van begrijpen, want het interview was in het Surinaams.
Iets voor 16 uur was het tijd om naar de kerk te vertrekken. Een aantal genodigden namen het deksel van de kist en begonnen er onder luid gezang mee te zwaaien. Dit was wel even schrikken voor ons...
Nadat het deksel terug op de kist stond, namen zes familieleden de kist op. We dachten dat ze de kist gewoon in de lijkenwagen zouden stoppen, maar dit was geen waar. De kist werd langs het volk gedragen en wanneer de kist bijna bij de lijkenwagen was, gingen de zes kistdragers terug achteruit.

Met de bus gingen we naar de kerk. Om 16 uur startte daar de viering. Tijdens de anderhalf uur durende mis werden er godsliederen gezongen en werd er kort iets verteld over het leven van Julius Alfred. Op het moment dat de kerkdienst gedaan was, namen opnieuw familieleden het deksel van de kist vast en begonnen te zingen en zwaaien.


Het was inmiddels al 17u45. We gingen met de bus terug naar het ouderlijk huis, of dat dachten we tenminste... De bus stopte plotseling en iedereen stapte af. We wisten niet wat er gebeurde. Maar toen zagen we het! De kist werd door zes mannen gedragen op hun schouders. De familieleden stonden er allemaal achter. Toen gingen we in stoet naar de begraafplaats. Opnieuw was er muziek en nu dansten de mensen ook. Voor de begraafplaats werd de kist op de grond geplaatst en dansten de mensen er rond.



Uiteindelijk werd de kist verder gedragen naar zijn laatste rustplaats. De kist werd in het graf naar beneden gelaten. Een vrouw die in de kerk werkt, sprak een laatste gebed uit. De kist werd eerst besprenkeld met wijwater, daarna werd met een groot kruis over de kist gewreven en met een plastieken beker werd de eerste aarde in het graf gegooid. Met drie schoppen werd het graf uiteindelijk gevuld.


Voor ons was dit een heel aparte ervaring. Waar het bij ons sober en sereen is, is het hier één groot feest. Ze redeneren hier namelijk als volgt: "Je moet niet verdrietig zijn omdat hij weg is, maar je moet feesten omdat je hem gekend hebt."

donderdag 19 februari 2015

Een week vol feestdagen.

Maandag startten we de week met volle moed. We gaven die dag beiden drie uren. Onze kindjes werkten flink mee, wat gezien kan worden als een klein feestje.

Dinsdag was het carnaval. Je zou een groot feest met veel muziek, kleuren en eten verwachten. Jammer genoeg ontbrak de muziek en waren de kleuren wat minder, maar het eten was zeker aanwezig. Iedere klas voorzag een eigen standje waar iets kleins verkocht werd. Zo waren er standjes met cupcakes, fruit, popcorn, bami, nasi en frietjes. De kinderen waren vrij vanaf tien uur en konden eten kopen of zich laten schminken.

Het gezonde standje. 
Schminken maar!
Na anderhalf uur spelen, moesten de kinderen terug naar de klas. Daar werden ze wat beziggehouden met spelletjes, liedjes zingen... 
Wat voor ons toch wel het meeste ontbrak, was de muziek. Ook al hadden de kinderen dit zo te zien niet nodig, toch was het voor ons minder feestelijk dan we gewoon zijn.

Op woensdag gingen we samen met de kinderen naar de kerk om een askruisje te krijgen. Aswoensdag is voor hen nog traditie. 

Twee leerlingen met hun askruisje.
Op donderdag moesten wij niet naar school. Veel openbare instellingen hadden vrij vanwege Chinees Nieuwjaar. Dit is één van de bewijzen dat Suriname een land is van veel volkeren en culturen. Om 12 uur 's nachts werd er dan ook vuurwerk afgestoken. 

Op vrijdag viert iedereen (stilletjes in zijn hoofd) dat het weekend is. 

Zo werd een gewone week omgetoverd in een heuse feestweek. 
Hopelijk zullen de komende weken ons ook nog zo kunnen verrassen.




vrijdag 13 februari 2015

Einde week twee

Donderdag mochten juf Sara en meester Clem beiden een lesje tekenen geven. Dit is gekoppeld aan onze bachelorproef. We tonen aan het begin van de les tekeningen van leerlingen uit België. Hierop stonden huizen en gezinnen in Sara's klas. Clem behandelde dit vorige week al en ging verder met eten en kleren.
Na de bespreking van gelijkenissen en verschillen tussen België en Suriname mogen de leerlingen zelf aan het werk. De bedoeling is dat ze huizen, kleren,... zoals zij die kennen tekenen. Toch verschijnt er plots een schoorsteen op een Surinaams huis of sneeuw op het dak... Begrijpen wie begrijpen kan.

Sara's klas 3A druk aan het tekenen.

De klas van Clem wordt happy van tekenen.
Deze ochtend kregen de kindjes een klein 'kannetje' (bekertje) met doorzichtige vloeistof in. We vroegen ons meteen af wat dit zou zijn. Vitaminen, een levertraanachtig iets of een middel om het kwade weg te spoelen. Dit kwam allemaal door ons hoofd spoken.
Later bleek het gewoon mondspoeling te zijn. De kinderen krijgen dit iedere week om hun mond wat te reinigen. Hygiëne en mondverzorging is dus duidelijk belangrijk!


Gorgelen maar!
Wat er in komt, moet er ook weer uit! 
Later op de dag was het tijd om een t-shirt te ontwerpen voor carnaval. Dit moet sinds dit jaar door iedere klas gemaakt worden. Vorige jaren liepen de meisjes namelijk iets te kort gerokt rond...
Tijd dus om de verf boven te halen en de t-shirt te versieren. Dinsdag is het carnaval en met deze mooie t-shirts zal het zeker al wat meer feest zijn.



De school stopte vandaag reeds om 11u00. De juffen (en ook wij stagiairs) kregen een infosessie over kindermishandeling en hoe hiermee om te gaan. Hoe kan je dit herkennen, wat zijn de signalen en hoe praat je hierover met het kind en de ouders?
Theoretische informatie werd afgewisseld met praktijkgerichte oefeningen. Het was dus hét moment om je acteerkunsten boven te halen. Meester Clem, de enigste man aanwezig, mocht zelfs Maike spelen, een 12-jarig meisje dat misbruikt werd.

Volgende maandag start de eerste echte lesweek. Gedaan met het vele observeren en tijd om te doen wat we het liefste doen: zelf voor de klas staan en die lieve kindjes veel bij te leren!

zondag 8 februari 2015

Overleven in de Surinaamse savanne

Wat te doen wanneer je verdwaalt in de Surinaamse savanne? Roepen om hulp zal helaas niet helpen. Je bent namelijk ver verwijderd van dorpen en wegen. Maar wij hebben wel een paar belangrijke tips gekregen om te kunnen overleven.

Savanne met het typische witte zand.

Tip 1: termieten

Insecten eten zijn wij nog lang niet gewoon en de gedachte eraan zal je misschien wel afschrikken. Toch is de eerste tip het eten van termieten. Deze kleine insecten leven met duizenden samen verspreid over termietenheuvels en de ondergrondse verbindingstunnels. Je kan ze eten en zo overleven. Termieten smaken naar komijn, een kruid. Toch zijn termieten niet zo graag gezien door de mensen omdat ze het hout in je huis kapot maken.



Tip 2: de sangrafoe of wenteltrap

Deze bladen van deze plant groeien in een typische wenteltrap naar de zon toe, vandaar de naam. Je snijdt de plant bij de grond door. Ook waar de bladen beginnen te groeien, snij je de plant door. Daarna verwijder je de buitenste laag. Wat overblijft is lichtgroen van kleur. Wanneer je het in je mond steekt en er op bijt, komt er veel sap vrij. Dit sap smaakt naar rabarber. Je kan de overgebleven vezels ook opeten. Deze vezels zorgen ervoor dat je hongergevoel wegblijft en wordt dus ook gebruikt om te vermageren.



Tip 3: palmbomen

In de savanne groeien ook typische palmbomen. Hoog in de boom groeien kleine bollen. Wanneer je deze openmaakt, ontdek je sap waarvan je kan drinken. Er is echter nog één probleem: hoe geraak je in godsnaam aan deze vruchten? Dit kan op vier manieren: 1) Je klimt in de boom (en hoopt dat je niet naar beneden dondert), 2) Je hakt de boom om (waarvoor je dus een hakmes nodig hebt, 3) Je gooit met stenen of andere voorwerpen naar de vruchten zodat ze naar beneden vallen, en 4) Je raapt de gevallen bollen op van de grond.
Maar er is nog iets waarvoor je moet opletten. Deze palmbomen groeien op drassige plaatsen. Je zal dus moeten uitkijken dat je niet vast komt te zitten op deze plaatsen.




Hopelijk helpen onze tips om te overleven in de savanne. Maar wij geven toch nog één tip mee: raak niet verloren in de savanne!

Froktoe (fruit)

Nu we al anderhalve week in Suriname verblijven, zijn we al in contact gekomen met heel wat typisch fruit. Hieronder geven we een aantal voorbeelden:

Bacove: wij zouden het omschrijven als een kleine banaan, maar hier is het een bacove. Het verschil tussen een banaan en een bacove is dat een banaan gefrituurd wordt. De bacove is kleiner en soms wat dikker dan een banaan. De smaak van de bacove is iets zoeter dan die van de banaan.

Pomme de la citère: dit groene fruit wordt hier uitgesproken als 'pommelacitère'. Het is een vreemd woord maar hier wel bekend. Het is de bedoeling dat je deze schilt en dan het vruchtvlees opeet. Het heeft een frisse smaak en had iets weg van een zure appel.


Papaya: de papaya's groeien in hoge bomen met reusachtige handvormige bladeren. We hebben deze nog niet geproefd, maar het staat zeker op ons lijstje.



Mirambi: dit zijn kleine, gele vruchtjes. Deze hebben een zurige smaak. Ze hangen bijna overal op iedere tak. Dit is niet zoals bij andere vruchten die enkel op zijtakken voorkomen.


Mope: de mope's zijn kleine, oranje vruchtjes. Deze vallen door de wind uit de bomen. Wanneer je ze gewassen hebt, kan je ze opeten. Ook binnenin zijn ze oranje en ze smaken zoet.


Awaka: deze zijn iets groter dan de mope's en ook iets donkerder oranje. Met een mesje snij je een stukje af, daarna moet je er op kauwen. Het is niet de bedoeling dat je het inslikt, maar er enkel op kauwt zoals een kauwgom. Er komt een zoete smaak vrij en je tong wordt oranje gekleurd. Wanneer de smaak verdwenen is, spuug je de rest uit.


Kokosnoot: de kokosnoot, zoals wij ze in België kennen, zie je hier niet vaak. De kokosnoten kunnen in verschillende stadia gegeten worden. In het beginstadium is de kokosnoot oranje van kleur. Wanneer je deze openmaakt met een hakmes, bevindt er zich in het midden minimum één liter water. Je kan ook een deel van het vruchtvlees opeten, dat een blubberige textuur heeft.
Wanneer de kokosnoot wat langer in de bomen hangt, wordt deze bruin van kleur. Als je deze dan openmaakt, zie je een kokosnoot zoals wij die kennen.




Sinaasappel: de sinaasappel heeft niet de typische oranje kleur. Hier is ze, wanneer ze rijp is, eerst groen van kleur. Wanneer ze nog rijper wordt, krijgt ze een meer gele kleur.


Zo zie je maar dat ze hier heel veel ander fruit hebben en dat het voor ons bekende fruit er toch anders uitziet.

Zondag, kerkdag?

Vandaag hebben wij uitgeslapen en konden we dus niet naar de kerk gaan. Maar om in het thema te blijven, zetten we hieronder het Onze Vader zoals het in Suriname gezegd wordt.


Onze Vader, 

die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd,
Uw Rijk kome,
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel,
Geef ons heden ons dagelijks brood,
en vergeef ons onze schuld,
zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven,
en leid ons niet in bekoring,
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het Koninkrijk,
en de kracht en de heerlijkheid,
in der eeuwigheid.
Amen.

Je ziet dat het grotendeels gelijk is, maar er toch twee zinnen anders zijn. 

Voor ons blijft het toch vreemd om telkens deze versie te horen. 

vrijdag 6 februari 2015

Fawaka? Hoe gaat het?

Onze eerste lesweek zit er al op. Nu we het al wat gewoon geraken, willen we jullie wat bijbrengen over een lesweek in Suriname.

Op de Sint-Thaddeusschool begint de lesweek op maandagochtend om 8 uur met de vlagophaling. Tijdens het zingen van het volkslied wordt de vlag gehesen. Er worden dan nog korte gebeden opgezegd en er wordt aan iedereen een vruchtbare schooldag gewenst.


De lessen duren een half uur of een vol uur. Van 8 tot 10 uur is het eerste lesblok. Daarna volgt een pauze van 15 minuten waarin de kinderen op het binnenplein kunnen spelen. Toch zien we dat de kinderen niet echt spelen maar eerder wandelen en praten met elkaar. Tijdens de speeltijd kunnen de kinderen ook eten, ijsjes en drank kopen aan een standje dat zich aan de zijkant van de speelplaats bevindt. Daarna volgt een tweede lesblok van anderhalf uur, gevolgd door de tweede pauze. Om 12 uur volgt het laatste lesblok van 1 uur. Deze stopt voor ons wel een kwartier op voorhand. Daarin maken de leerlingen hun boekentas klaar en wordt er nog een laatste gebedje opgezegd: “Heer, leid ons veilig naar huis, zegen vader en moeder en juf en meester. Amen.”

Links zie je de klas van Clem, rechts die van Sara.
Sommige leerlingen moeten tot 15 uur blijven. Deze leerlingen hebben extra zorg nodig en ontvangen in deze uren bijlessen.

Dinsdag-, woensdag- en donderdagochtend wordt de vlag gehesen zonder gezang of gebed. Daarna volgt een normale lesdag, zoals hierboven omschreven.

Op vrijdagochtend komt iedereen wel terug samen rond de vlag. Dan wordt opnieuw het volkslied gezongen en gebeden als afsluiter van de week.

Op dinsdag en donderdag krijgen de leerlingen tijdens de tweede pauze pap voorgeschoteld. Dit is vla, je kan het vergelijken met vloeibare pudding. Dit zorgt ervoor dat de kinderen wat meer energie hebben om goed op te letten.


Op naar volgende week waarin Clem een volledige dag les mag geven. Zijn juf zal namelijk niet op school zijn omdat ze naar de dokter moet. Een geknipt moment om al eens te testen hoe het voelt om je eigen klas te hebben.


Tot de volgende keer!

maandag 2 februari 2015

Laat de stage beginnen...

Vandaag was onze eerste, officiële schooldag.

Iedere maandag is er de weekopening. Hier is iedere week een andere klas verantwoordelijk voor het zingen van het volkslied, het lezen van korte gebeden en het gelukwensen voor een goede week. Deze week was dit 3B, de klas van Clem. Tijdens het zingen van het volkslied, wordt de vlag omhoog gehesen. Het onderhoofd vertelde ook dat het vandaag de verjaardag was van de school. Deze werd 88 jaar oud. Dit werd gevierd met een maaltijd voor iedereen. Het waren noedels met konijn.  Hierna mogen de kinderen naar de klas en beginnen de lessen.


In klas 3B was de juf een half uur te laat. Hierdoor moest Clem de eerste les zelf geven. Gelukkig begeleidde de juf van de parallelklas hem goed.

De turnjuf was deze dag ook afwezig. Doordat de juf van klas 3B te laat was, kon ze zich hierop niet voorbereiden. Daarom nam Clem het initiatief om de les over te nemen. Hij speelde samen met de kinderen typisch Belgische spelletjes zoals: tik tak boem, twee is te weinig en drie is teveel en Napoleon. De kinderen waren hierover heel erg enthousiast en vroegen meteen als meester Clem volgende week ook turnen zou geven.


Tijdens de geobserveerde lessen hebben we heel wat verschillen gemerkt met de lessen in België. Zo zijn er geen inleidingen, moeten de leerlingen heel wat overschrijven in hun werkschriften en moeten de leerlingen geen vinger opsteken om te antwoorden. Vandaag hadden de leerlingen ook een repetitie (= een toets) van rekenen. De juf liep tijdens deze test voor een aantal minuten naar buiten en liet de leerlingen alleen. Zo konden ze gemakkelijk spieken of de antwoorden gewoon aan elkaar doorvertellen. De leerlingen die klaar waren met de toets, mochten spelen met de blokken. Dit zorgde voor heel wat lawaai voor de kinderen die wat meer tijd nodig hadden voor hun repetitie.


We sluiten vandaag af met een Surinaamse uitdrukking: 'Mi keti fini, ma a tai bigi udu.'. Wat zoveel betekent als: 'Mijn ketting is klein, maar het houdt het vele hout gebonden.'.
Dit wil dus zeggen dat iets kleins ook iets groots kan verwezenlijken.

Zondag, kerkdag!

Op zondagochtend zijn we samen met onze buurvrouw en haar dochter naar de misviering geweest.
In België gaan wij niet veel naar de kerk, maar we waren benieuwd hoe een misviering er hier aan toe gaat.
De kerk is gelegen naast de school. Ze heeft een mooie oprit, versierd met palmbomen. Om in de kerk te geraken moet je een trap nemen. Dit voorkomt dat vreemde dieren zouden binnengaan.


De kerk is gemaakt uit hout en versierd met kleine schilderijen.
In het begin van de mis heette de priester iedereen welkom. Ook wij werden speciaal begroet door de priester, die afkomstig is uit Nederland.
Tijdens de mis werden heel wat liederen gezongen die we konden volgen in het boek 'Jubilate'. De liederen werden voorgezongen door een vrouw, zo werd het makkelijk voor ons om mee te zingen.
Door het zingen van liederen verliep de mis sneller dan in Belgische vieringen. Je werd ook meer betrokken bij het hele gebeuren.


Op het einde van de mis werden mededelingen gedaan. Hier kwamen we te weten dat dit de laatste misviering was in deze kerk. Het gebouw heeft teveel gebreken om nog verder gebruikt te worden. De plannen voor de nieuwe kerk zijn reeds gemaakt en de kerkgangers zullen deze te zien krijgen en mogen suggesties geven voor aanpassingen. De volgende vieringen zullen gegeven worden in de parochiezaal.


De opbouw van de viering gelijkt grotendeels op deze van België, maar het zingen van liederen is hier toch wel een pluspunt dat we zeker in België kunnen gebruiken.